DCVA viert vijfjarig bestaan tijdens DCVA-NLHI-congres in Utrecht

Niemand meer overvallen door hart- en vaatziekten en resultaten van onderzoek en innovatie sneller toepassen in de praktijk. Dat is de ambitie van de Dutch CardioVascular Alliance (DCVA), die deze zomer haar vijfjarig bestaan viert. Tijdens het DCVA-NLHI-congres in Utrecht op 22 en 23 juni staan we stil bij wat er bereikt is en wat we nog wíllen bereiken.

 De DCVA is in 2018 opgericht als krachtenbundeling van wetenschappers, zorgprofessionals, financiers en maatschappelijke organisaties op het gebied van hart- en vaatonderzoek. De landelijke samenwerking moet ertoe leiden dat we hart- en vaatziekten eerder kunnen opsporen en oplossingen sneller ontwikkelen én naar de patiënt brengen. De gezamenlijke missie is om voor 2030 één miljard euro bijeen te brengen en samen de ziektelast met een kwart te verminderen.

In de intensieve eerste vijf jaar is veel bereikt:

• Het aantal partners groeide van 12 naar 22: de Hartstichting, Harteraad, ZonMw, NWO, KNAW, 4TU, Health~Holland, de verenigingen voor cardiologen (NVVC), internisten vasculaire geneeskunde (NVIVG), vaatchirurgen (NVvV), thoraxchirurgen (NVT), kaderhuisartsen hart- en vaatziekten (HartVaatHAG) en hart- en vaatverpleeg- kundigen (NVHVV), de Nederlandse Neurovasculaire Werkgroep (NNW), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), Netherlands Heart Institute (NLHI), Nederlandse Hart Registratie (NHR), Werkgroep Cardiologische centra Nederland (WCN), de Vereniging Innovatieve Genees- middelen (VIG), Nefemed, de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR) en de Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN);
• Er is een financieringsfonds voor medische startups opgericht: FIRST, met een startbudget van 12 miljoen euro aan bijdragen van de overheid en de Hartstichting;
• Met het financieringsfonds zijn tot nu toe drie startups mogelijk gemaakt: Targed, River Biomedics & Phlox Therapeutics; daarbij is extra financieringen aangetrokken, ook uit het buitenland;
• DCVA bundelt ruim veertig landelijke onderzoeksprogramma's, waaronder Check@Home, waarin een landelijke vroege opsporing van hart- en vaatziekten, chronische nierschade en diabetes type 2 met een eenvoudige thuistest wordt voorbereid;
• Steeds meer landelijke onderzoeksprogramma's kwamen tot stand met bijdragen van meerdere partners van de DCVA, zoals de Hartstichting, ZonMw, NWO en Health~Holland;
• We werkten succesvol samen in crisistijd: razendsnel brachten we de gevolgen COVID-19 voor het hart in kaart in het consortium CAPACITY en een aantal opvolgers daarvan;
• We verbeteren de onderzoeksinfrastructuur en maken een vernieuwende aanpak mogelijk: registratie-gebaseerd onderzoek, waarbij geanonimiseerde ziekenhuisdata bijdragen aan sneller, praktijkgericht onderzoek, bijvoorbeeld naar hartfalen;
• We zetten implemenatieprogramma's in gang, waarbij overal in het land dezelfde goede zorg wordt geleverd en richtlijnen werden verbeterd, bijvoorbeeld bij ritmestoornissen;
• In het Leadership Program leidden we tot nu toe 46 talentvolle jonge onderzoekers en zorgprofessionals op de toekomstige leiders in het cardiovasculaire veld;
• Met het Deltaplan Hartfalen zijn we samen het cardiovasculaire begonnen aan diverse projecten om de aanpak van deze ziekte op landelijk niveau te versnellen.

Professor Jolien Roos-Hesselink, directeur-bestuurder van de DCVA: "Nederland staat in de wetenschappelijke wereldtop wat cardiovasculair onderzoek en publicaties betreft, maar loopt achter in vertaling van de resultaten naar de praktijk. Precies daar wil de DCVA bijdragen, door met het hele veld samen te werken. En met succes: inmiddels wordt vanuit het buitenland al jaloers naar onze DCVA gekeken en krijgen we regelmatig de vraag hoe onze internationale partners ook zoiets op zouden kunnen zetten." 

De DCVA viert het vijfjarig bestaan met een feestelijke bijdrage aan het jaarlijkse DCVA-NLHI-congres in Utrecht, op donderdag 22 en vrijdag 23 juni. In september dit jaar, rond de officiële verjaardag van DCVA op 12 september, volgt nog een cijfermatige analyse door experts van TU Twente en Groningen van de resultaten die met alle projecten zijn bereikt.